Menu
Meer over De Kringwinkel
Kringblog
Vis

Een verhaal van Rino Feys

Rino Feys was puntlasser, spinner, metaalbewerker, cafébaas en boekhandelaar. Vandaag werkt hij in de Kringloopwinkel van Avelgem. Nu hij zijn tweede boek, Microkosmos, uitbrengt, kunnen we Rino stilaan beginnen te beschouwen als onze huiscolumnist. Opnieuw schetst hij in zijn kortverhalen het leven zoals het is bij De Kringwinkel: de goede momenten, maar evengoed de tegenslagen. En de vriendschappen die hieruit ontstaan op de werkvloer.

Faisal werkt ernstig en geconcentreerd. Als de gevraagde opdracht erop zit, voert hij zelfs taken uit waar ik niet om heb verzocht maar waar ik wel blij mee ben. Het soort acties waardoor er tijdens een evaluatie naast ‘ondernemend’ en ‘ziet werk’ kruisjes worden geplaatst.

Hij discussieert nergens meer over, draagt zijn veiligheidsschoenen zonder dat ik erom moet vragen, springt zonder aarzeling bij waar nodig, doet de afwas zonder morren en werkt de klant aan de kassa eerst af, zelfs al is het pauze. En hij maakt geen grapjes meer, nu al bijna een week lang. 

Er is iets aan de hand. 

Maar als ik hem vraag wat er scheelt, wuift hij mijn bezorgdheid weg en gaat verder met zijn werk. Hij bedankt me als ik nog eens herhaal dat hij ook met problemen van buiten het werk bij me terecht kan.

‘Alles is oké’, zegt hij met die zachte, hese stem. Onze eeuwige grapjas lijkt het grappen maken verleerd.

Het is wennen.

Een tijdje geleden verhuisde hij naar Kortrijk; misschien is hij het gedoe met die gebrekkige busverbinding beu.

Of heeft het te maken met de drie collega’s die de afgelopen weken hun traject afwerkten en naar een nieuwe werkplaats doorstroomden?

Of misschien is er iets ernstigs aan de hand met zijn familie in Afghanistan.

Een week later zitten we ʼs middags aan tafel. Faisal heeft de avond voordien een stoofpotje gemaakt. Na drie minuten in de microgolfoven doet de oosterse kruidenmengeling zijn werk: de geurontploffing verraadt een samenzwering tussen gember, koriander, komijn en kaneel. De diepe schaal staat voor zijn neus, hij scheurt een stuk Turks brood af waarmee hij het vlees en de groenten opdept, net als Ali en Omar die links en rechts van hem zitten en met wie hij het gerecht deelt. Behendig vissen ze, de hoofden dicht bij elkaar, om beurten in het bord.

Plots wendt Faisal zich tot mij.

‘Weet je nog, vorige week, toen je vroeg of er iets was?’ Ik knik.

‘Ik veel problemen,’ hij legt zijn hand op zijn hart, ‘hier.’ Hij houdt zijn hoofd schuin en glimlacht verlegen. ‘Meisje’.

Hij draait zich terug naar zijn bord en met zijn drieën eten ze gewoon verder.

Ik kijk naar hem: een knappe jongeman wiens familie duizenden kilometers verderop in de bergen leeft en met wie hij weinig of geen contact heeft. Een kerel die de gruwel in zijn geboorteland ontvlucht is en in dit land, met zijn vreemde taal en cultuur, een manier zoekt om de draad weer op te nemen en zijn leven verder te zetten. Het is sterker dan mezelf.

‘Luister Faisal,’ zeg ik, ‘we kunnen niet altijd hebben wat we willen. Maar laat je niet ontmoedigen, er zijn nog anderen. De zee zit vol met vis.’

Hij kijkt op en glimlacht.

Nathalie geeft me een por: ‘Zeg!’

Zij is mijn assistente en rechterhand. Ooit als medewerker begonnen maar opgeklommen toen haar leidinggevende talenten steeds duidelijker zichtbaar werden. Ik weet niet hoe ik het hier zonder haar zou redden.

Weer enkele dagen later. We zitten opnieuw samen aan tafel. Het lijkt ondertussen wat beter met Faisal te gaan. Hij knikt alweer naar onzichtbare mensen achter me, en vanmorgen moest ik hem erop wijzen dat de pauze al voorbij was, en hij droeg zijn veiligheidsschoenen niet.

‘Weet je nog,’ zegt hij, ‘toen ik vertelde over problemen met hart?’

‘Ja.’

‘Weet je nog wat jij hebt gezegd?’

‘Wat heb ik gezegd?’

‘Dat er veel vis in zee zit.’ Hij kijkt naar me.

Ik knik, op mijn hoede voor wat komen gaat.

‘Ik veel aan moeten denken’, zegt hij. ‘Elke dag. Was goed voor mij, wat je zei. Veel beter nu.’

‘Soms sta je te dicht’, zeg ik opgelucht. ‘Dan moet je proberen om enkele stappen achteruit te zetten, zodat je weer wat overzicht krijgt.’

‘Ja!’, zegt hij enthousiast. ‘En dan veel vis in zee!’ Hij lacht, scheurt nog een stuk brood af.

Daarna is het hek van de dam. Om de haverklap hoor ik het hem zeggen, tegen iedereen: ‘Veel vis in zee!’

Als het iets voor sluitingsuur is, vraag ik Faisal om de mensen in te lichten.

‘Zo vriendelijk mogelijk’, herhaal ik. ‘Je zegt gewoon: excuseer, over enkele ogenblikken gaan wij sluiten.’ Hij knikt, zegt ‘Ik weet’, en loopt de winkel in. Het hoort bij het werk van de kassaverantwoordelijke. Het is goed voor je zelfvertrouwen. Als je in een winkel werkt, moet je de mensen durven aanspreken.

‘Wij gaan sluiten!’, zegt hij tegen een oudere man. De man knikt.

‘Wij gaan sluiten!’, zegt hij tegen een stel met twee kinderen. De man gebaart dat het goed is en licht zijn familie in een onbegrijpelijke taal in.

‘Wij gaan sluiten!’, zegt hij tegen een bejaarde vrouw.

‘Waarom?’, vraagt ze.

Hij is duidelijk verrast, had die vraag niet verwacht. Ik zie hem denken, hoe hij zich naar me omdraait, alsof hij hulp nodig heeft. En dan, ineens, weet hij het. Hij doet zijn armen uit elkaar, zijn ogen worden groot. Je moet hem wel geloven.

‘Omdat er zit veel vis in zee!’

Deel deze pagina:
Overzicht
tweedehands tweedehands artikelen tweedehands kopen tweedehandswinkel tweedehands spullen
tweedehands tweedehands artikelen tweedehands kopen tweedehandswinkel tweedehands spullen
youtube instagram shop auction